top of page

Wat kunnen overheden leren van burgercollectieven en coöperaties?

Op 16 juni 2023 was ik in Eindhoven, waar burgercollectieven, ambtenaren en onderzoekers verzameld waren voor het congres van Collectieve Kracht, het onderzoekplatform voor burgercollectieven. Met als doel: een goed gesprek over de belangrijke rol die burgercollectieven spelen in de grote opgaven van vandaag. Want, verspreid over Nederland, zijn er meer dan 4000 burgercollectieven die zélf een oplossing bieden voor de tekorten in de zorg, de hoge huurprijzen op de woningmarkt en de energietransitie. En zo langzamerhand hebben deze collectieven wel bewezen dat ze serieus impact maken. Wat kunnen politiek en overheden hiervan leren?


Foto van presentatie Ben van Essen, 16-6-2023

Democratische kracht van de gemeenschap

Ben van Essen, voorzitter van NL Zorgt voor Elkaar, wijst op het democratische verschil tussen overheid en burgercollectieven: “Waar de politiek zich richt op concurrerende belangen, richten collectieven zich op het combineren van belangen”. Simpel gezegd: U en ik kunnen het debat met elkaar aangaan en kijken wiens gedachtegang uiteindelijk een meerderheid krijgt. Of we kunnen proberen om de essentie van elkaars zorgen en idealen te begrijpen. En hier vanuit samen iets nieuws maken. Dit laatste is volgens Van Essen de democratische gemeenschapskracht van burgercollectieven.


Andere logica, andere resultaten

Door samen vooruit te kijken op basis van gedeelde waarden, weten inwoners duurzame oplossingen te vinden voor diezelfde hardnekkige problemen waar overheden zich het hoofd over breken. En het lijkt zo voor de hand te liggen: gebruik je een andere logica, dan krijg je ook andere resultaten. Dan blijkt het mogelijk om lange termijn plannen te maken. Waarbij “het eigen korte termijn voordeel kleiner kan zijn dan de eigen investering, dat accepteer je”, aldus Van Essen. Wat idealistisch klinkt, maar volgens mij betekent dat het betrokkenen lukt om oplossingen te vinden die recht doen aan alle belangen. Zodat het eigen belang samenvalt met het collectieve belang.


Kunnen politiek en overheden deze logica ook toepassen?

Onze lange poldergeschiedenis laat zien dat overheden bereid zijn om consensus te zoeken. Maar... en dit is een grote maar: de rekensom van stemmen optellen tot een meerderheid blijft de boventoon voeren. Waardoor daadwerkelijke consensus uit blijft en het gemakkelijker is om grote problemen vooruit te schuiven of simpelweg af te wentelen op de markt/’de sector’. En dit gebeurt volop. "Want laten we eerlijk zijn: de meeste van de grote problemen die nu op ons bord liggen, lagen daar twintig, soms zelfs veertig jaar geleden ook al", aldus Tjeenk Willink (Het tijd tegen, 2023). Waar Tjeenk Willink wijst naar de dominantie van het marktdenken, zie ik vooral dat het pappen en nathouden voortvloeit uit de concurrentie logica die Van Essen benoemt. Er moeten stemmen worden gewonnen in de volgende verkiezingen en individuele zichtbaarheid is daarvoor belangrijker dan de gezamenlijke prestatie. Het is daarom niet in het (korte termijn) voordeel van de politiek om een gezamenlijke visie te ontwikkelen.


De wal moet het schip keren

De problemen vandaag de dag zijn echter zó groot, dat de wal het schip doet keren. Vooruitschuiven kan niet langer. Een gezamenlijke visie op de toekomst is nodig om stappen te kunnen maken. En deze gedachte komt de laatste tijd bij meer mensen op. Zo stelt oud-minister Cees Veermand voor in de Trouw om het mislukte landbouwakkoord te vervangen door een gedragen politieke visie. Éérst gezamenlijk vooruitkijken: in kaart brengen hoe de gewenste toekomst eruit ziet. Daarna met alle betrokkenen in gesprek om dit toekomstbeeld aan te vullen en bij te schaven. Zodat iedereen zich hierin kan herkennen. Om vervolgens samen handen en voeten hieraan te geven.


Burgercollectieven laten zien dat het werkt. Nu hopen dat ook politiek en overheden het aandurven.

bottom of page